Winkelmandje
cload
Checkout Secure
 ✅  Deskundig advies

Stappen plan voor het Creëeren van veilige binnenruimtes

Aanbevelingen voor de praktische implementatie en bewaking van ventilatie en binnenluchtkwaliteit in het kader van COVID-19.

 

Hier wordt een pragmatische aanpak beschreven voor de implementatie van voldoende ventilatie en luchtzuivering om de verspreiding van het coronavirus en bij uitbreiding andere virussen binnen te kunnen minimaliseren.

Implementatieplan

Het implementatieplan dat voorgesteld wordt in afbeelding 2, focust zich op korte- en middellangetermijnmaatregelen die het toe moeten laten om een voldoende ventilatie te garanderen in het kader van de COVID-19-pandemie. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat één of meerdere van de volgende beperkingen van toepassing kunnen zijn: onvoldoende CO2- toestellen beschikbaar, lange procedures voor het bestellen en leveren van CO2-meters, geen mogelijkheid om op korte termijn mechanische-ventilatiedebieten te meten of een degelijk ventilatiesysteem te installeren …

STAP 0: Open ramen en/of buitendeuren waar mogelijk

    • Open indien mogelijk de ramen en/of buitendeuren. Het openen van ramen of buitendeuren zal bijdragen tot meer ventilatie en dient daarom zoveel mogelijk toegepast te worden waar dit mogelijk is. Wanneer deze openingen relatief groot zijn in verhouding tot de afmetingen van de ruimten, is er in principe maar een kleine kans op te hoge CO2-concentraties.

STAP 1: Informatie over de activiteiten

    • De hoeveelheid ventilatie die nodig is om de CO2-concentratie onder een bepaalde actiewaarde te houden hangt ook af van de aard van de fysieke activiteit die in een ruimte wordt uitgeoefend. Naarmate personen in een ruimte meer inspannende activiteiten uitoefenen produceren ze ook meer CO2 via de ademhaling en is er dus meer ventilatie nodig. Als maat voor de fysieke inspanning wordt de MET-waarde gebruikt. Dit getal drukt de verhouding uit tussen het metabolisme bij een bepaalde activiteit en dat van een standaard persoon in rusttoestand. Voor een gegeven MET-waarde kan de CO2-productie van een persoon bepaald worden, en hieruit het nodige verse luchtdebiet dat nodig is om de CO2-concentratie te beperken tot een bepaalde concentratie, hier 900 ppm (of 500 ppm boven buitenluchtconcentratie), of 1200 ppm (of 800 ppm boven de buitenluchtconcentratie). Dit verse luchtdebiet wordt aangeduid met resp. V900 en V1200 (m³/h/persoon).